U bent hier
Uitzendarbeid bij Vlaams overheid en lokale besturen wordt mogelijk

Vandaag gaf de Vlaamse regering haar principiële goedkeuring aan het voorontwerp van decreet die de uitzendarbeid regelt bij de Vlaamse overheid en de lokale besturen. “We zetten op deze manier opnieuw een stap in de richting van een moderne bedrijfsvoering bij onze overheid”, aldus Vlaams minister Homans (N-VA). Het ontwerpdecreet wordt nu overlegd met de sociale partners en zal vervolgens ter advies aan de Raad van State worden voorgelegd zodat er in 2017 van start gegaan kan worden met het aanwerven via uitzendkantoren.
Sinds Frankrijk in september 2009 de openbare sector openstelde voor uitzendarbeid zijn er momenteel nog maar twee landen in Europa met een verbodsbepaling voor uitzendarbeid in de publieke sector, met name Griekenland en … België. “Sinds de zesde staatshervorming is Vlaanderen bevoegd voor deze materie”, aldus Vlaams minister van Bestuurszaken Liesbeth Homans. “Nadat we eerder een conceptnota hierover uitwerkten, gieten we nu alles in regelgeving.” Op deze kunnen we in de loop van 2017 uitzendarbeid bij de Vlaamse overheid en de lokale besturen invoeren.
Diversiteit
“Uitzendarbeid biedt tal van voordelen”, aldus Vlaams minister Liesbeth Homans. “Zo laat het de overheid als werkgever toe een snelle oplossing te bieden voor de vervanging van een tijdelijk afwezig personeelslid. Er zal voor alle functieniveaus aangeworven kunnen worden, van A tot D.” Ook voor de huidige werknemers is de uitzendarbeid een goede zaak want zo stijgt de werkdruk bij het (tijdelijk) wegvallen van een collega niet.
Het is ook een goed kanaal om diversiteit binnen het personeelsbestand te brengen en biedt mensen uit kansengroepen en laaggeschoolden de mogelijkheid om ervaring op te doen. Als Vlaamse overheid willen we dan ook op deze manier onze voorbeeldrol waarmaken.
“43,5% van de uitzendkrachten heeft een migratie-achtergrond, 15,6% is ouder dan 45 en 9,8% is ouder dan 50. Door als eerste overheid uitzendarbeid mogelijk te maken, geven we ook ervaringskansen aan wie soms moeilijker aan een job geraakt.”
De minister benadrukt dat de inzet van uitzendkrachten een uitzondering zal blijven. "Het zal worden gebruikt bij de vervanging van een tijdelijke afwezige, of bij een acute nood aan extra werkkrachten.” Daarnaast is er ook één groot verschil met de publieke sector: in de publieke sector kan men in tegenstelling tot de private sector geen gebruik maken van het motief ‘instroom’. Men zal voor een vaste job nog steeds moeten deelnemen aan examens.