U bent hier
Procedure voor opheffing van erkenning van Al Ihsaan Moskee in Leuven opgestart
Vlaams minister van Binnenlands Bestuur Liesbeth Homans heeft de procedure voor de opheffing van de erkenning van de Al Ihsaan Moskee in Leuven opgestart. Deze Marokkaanse moskee werd in 2009 erkend. Uit nieuwe informatie blijkt dat er onderwijsactiviteiten van een salafistische vereniging in de moskee georganiseerd worden en dat het moskeebestuur hiervan op de hoogte is. “Extremistisch (salafistisch) onderwijs staat haaks op onze Westerse waarden en normen. Het salafisme verwerpt de Westerse democratie, seculiere wetgeving en democratische basisbeginselen als godsdienstvrijheid en gelijkheid van man en vrouw. De lessen die georganiseerd worden zijn een potentieel gevaar voor de verspreiding van extremisme”, aldus minister Homans.
De Al Ihsaan moskee kwam eind 2017 al in opspraak omwille van de groeiende invloed van een salafistische stroming binnen het onderwijs dat de moskee aanbiedt en uitspraken van een hulpimam tijdens lezingen over het mogen bestraffen van vrouwen met een lichte tik. Minister Homans richtte toen een schrijven aan het Executief van de Moslims van België (EMB) met de vraag om verduidelijkingen. Het EMB liet begin 2018 schriftelijk weten dat dergelijke uitspraken niet getolereerd worden, er een onderzoek lopende was en de imam in kwestie als voorzorgsmaatregel geschorst werd.
Door de nieuwe informatie en het feit dat de geschorste imam sinds eind december 2018 ook terug actief is in de moskee, zijn er vandaag ernstige aanwijzingen dat Al Ihsaan de criteria voor de erkenning van de plaatselijke kerk- en geloofsgemeenschappen van de erkende erediensten niet respecteert.
Minister Homans besliste dan ook om de procedure tot opheffing van de erkenning van de moskee op te starten. Zoals de procedure voorschrijft verstuurde minister Homans brieven aan het Executief van de Moslims van België, het bestuur van de Al Ihsaan moskee, de gemeenteraden van Leuven en Herent en de provincieraad van Vlaams-Brabant. De aangeschreven instanties hebben nu 60 dagen de tijd om een advies met betrekking tot de opheffing van de erkenning te geven.